Ik neem hem mee in de badkamer. Waar hij vroeger naar zijn bad-speelgoed vloog, volgt hij me nu naar de lavabo, wetende wat ik ga doen. Ik neem zijn kleine tandenborstel en doe er tandpasta op. Van die speciale voor kinderen, wat het ook moge helpen. Hij neemt in elk geval de tandenborstel met een glimlach aan en begint zijn tanden te ‘poetsen’ (lees: knabbelen op de tandenborstel). Ik poets ondertussen mijn tanden en kjik hem aan terwijl hij wat ronddraait. Nadat ik spoelde en mijn mond droog depte aan een handdoek steekt hij zijn plakkerige hand uit met daarin de tandenborstel waarop geen tandpasta meer te bespeuren is. Hij stapt naar de handdoek die ik daarnet nog vast had en doet me na. Ik kan het niet laten te glimlachen.
Hij speelt met blokken. Wonderbaarlijk speelgoed tussen al het veel technischere en luidere geweld. Naast het opbouwen bezit hij ook over genoeg deugnieterij om ze daarna ook om te schoppen. Daarna zet hij zich neer en begint terug aan het bouwen. Een deel van me wil een diepere betekenis zoeken, het contrast zoeken tussen mezelf, die hem roept om te tonen wat ik heb kunnen bouwen, en hem die enkel interesse heeft in het bouwen en het afbraken. Maar dat alles laat ik varen als hij een beetje schuin gaat hangen om een scheet te laten. Gevolgd voor weer die donkere kant die met een grijns ‘Papaaaa!’ roept, alsof ik het was die net een nieuwe wind door de living liet waaien.
Alexander kent al vele dieren bij naam: koe, kip, paard, mol, muis, vogel, hond, poes, … en weet ook welke geluiden ze maken (hoewel we niet weten vanwaar hij het haalt dat de kip ‘kakel kakel’ zegt). Een fascinatie voor auto’s maakt hem net dat ietsje meer een typische jongen. Hij wil hoe langer hoe meer zelf zijn papfles vasthouden en toen hij zelf zijn groentepap uit zijn bord begon te scheppen vielen we beiden uit de lucht. Zeker als hij net daarvoor, toen we het bord voor hem hadden gezet, klaar en duidelijk ‘Dank u, mama’ zei.
Het is een cliché zo groot als elk cliché dat er is rond kinderen, maar het gaat enorm, enorm hard. Harder dan je zelf door hebt, en een groot deel daar ligt bij de crèche en het omgaan met zijn oudere neefjes en nichtje. Maar dat neemt niet weg dat hij het nog steeds ‘doet’. En dat feit geeft me een goed gevoel, voor mezelf als ouder. Want wat ik niet kan beschrijven is hoe fier ik op dat ventje ben. Want dat is nog enormer.
Neemt niet weg dat hij vannacht geen oog heeft dichtgedaan en ik dus ook niet. Maar dat was een uitzondering.